Wetboek van Strafvordering
Artikel 148
[1.] De officier van justitie is belast met de opsporing van de strafbare feiten waarvan de rechtbank in het arrondissement waarin hij is aangesteld, kennisneemt, alsmede met de opsporing binnen het rechtsgebied van die rechtbank van de strafbare feiten waarvan andere rechtbanken kennisnemen.
[2.] Hij geeft daartoe bevelen aan de overige personen met de opsporing belast.
[3.] Zoo de opsporing door hem persoonlijk geschiedt, doet hij van zijne bevinding blijken bij proces-verbaal opgemaakt op zijn ambtseed; daarbij moeten tevens zooveel mogelijk uitdrukkelijk worden opgegeven de redenen van wetenschap.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BC8687, Hoger beroep, 23-002624-05
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
04-04-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof AmsterdamSubjectief vermoeden kan als basis dienen voor opsporingsonderzoek en aanwenden dwangmiddelen maar is bij gebrek aan controleerbare en toestbare resultaten van dat onderzoek onvoldoende om tot redelijk (=objectief) vermoeden van schuld i.d.z.v. art. 27 WvSv te komen. Openbaar Ministerie mitsdien niet ontvankelijk in zijn vervolging. -
LJN AF0072, Hoger beroep, 21-001571-02
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
12-11-2002
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof ArnhemParketnummer: 21-001571-02 Uitspraak dd.: 12 november 2002 TEGENSPRAAK Gerechtshof te Arnhem economische kamer Tussenarrest gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Almelo van 2 april 2002 in de strafzaak tegen [R.J. B], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [woonplaats], [adres]...